Ik ben geen autorijder.
Maar soms komt het zo uit.
Dat ik daar dan ben.
In een benzinestation.
Ik rij eens met iemand mee.
Of ik koop er een Twix.
Ja, dan vertoef ik ‘r graag.
Hele andere mensen daar.
Uit een hele andere wereld.
Ze hoeven niet de trein te halen.
Ze moeten tanken.
Maar slechts een enkeling tankt bij.
Om het zo maar even te zeggen.
Je ziet er bijna niemand uitrusten.
Ze hebben wel wat anders te doen.
Dat begrijp ik wel natuurlijk.
Ik ben ook niet van gisteren.
Ze moeten door.
Er moet iets af.
Of ze moeten ergens zijn.
Stel je voor dat ze te laat komen.
Ik snuif er de geur van benzine op.
De uitlaatgassen.
Ik luister naar het verkeer wat er voorbij raast.
Dat geluid wat komt en gaat.
Ik zie een economie die draait.
En ik hoor, tussen de bedrijven door.
De kassa rinkelen.