Ik ben er niet goed in.
Versieren.
Tegelijkertijd.
Ik word het ook niet graag.
Versierd.
Dan ligt het er zo bovenop.
Ja, nou weet ik het wel.
Dat denk ik dan.
En daarmee is voor mij de kous af.
Er zijn ‘r die mij er wél goed in vinden.
Je stond mij gewoon te versieren, zeggen ze dan.
Althans, dat heb ik weleens gehoord.
Dat ze dat dan zeggen.
En de vraag is of ik mij daar dan bewust van ben?
Het gaat vanzelf.
Je ziet iemand.
Je kijkt.
Je zegt wat.
Ze lacht.
En vaak is het dan raak.
Nou ja, vaak.
Zo af en toe ‘s.
De laatste tijd …
Matig, moet ik zeggen.
Maar goed, daarover gesproken.
Er is iemand nu.
Iemand die interesse toont.
Die mogelijk wil.
En daar zou je het dan krijgen.
Dan krijg ik de zenuwen.
Zie ik spoken?
Een spook dat is ze zeker niet.
Maar is het waar wat ik voel?
Of voel ik teveel?
Is mijn wil te groot?
En is het van haar kant slechts aftasten?
Wat een aardige jongen.
Man.
Maar hij lijkt mij wel wat onzeker.
Niet echt stabiel.
Klopt.
Ze heeft gelijk.
Ik geef dat ruiterlijk toe.
Als een echte heer.
En mocht het een echte dame betreffen.
Valt ze als een blok voor me.