Ik vond een duim op straat.
Een duim ja!
Geen wijsvinger.
Of pink.
Nee, een duim!
Van wie zou die duim dan wezen?
Ja, zoiets vraag je je dan af.
Tenslotte vind je niet elke dag een duim.
Je gaat dan toch vragen stellen.
Om je heen roepen.
Hallo!
Is er iemand soms z’n duim kwijt?
Niemand reageerde.
Iedereen was veel te druk met z’n eigen leven.
Een duim.
Wat nou duim?
Bovendien.
Wie had mij geloofd?
Niemand toch.
Dus ik stak die duim maar in mijn zak.
Een raar idee natuurlijk.
Een duim in je zak.
Maar ja, wat moest ik anders?
Ik kon die duim er ook niet laten liggen.
Dalijk was er nog iemand op gaan staan?
Dan had je een platte duim gehad.
En wie had dat gewild?
Nou ja, hij staat nu in de vensterbank.
Dus mocht iemand een duim missen.
Dan weet je dat.
En hij staat hier best aardig.
Die duim.
Leuk voor de mensen die voorbijlopen.
En laten we eerlijk zijn.
De meeste mensen kunnen wel een opsteker gebruiken.