Wat zal ik doen?
Als ik โ€˜m opeens zag.
Die paddenstoel.
Ik bedacht โ€™t me gisteren.
Op een dag die niet stuk kon.
Daar was ie dan.
In de verte.
Raar misschien.
Maar ik vond โ€˜m best mooi.
Esthetisch gezien.
Ook voelde ik een soort van opluchting.
Zo van, het is gebeurd.
Eindelijk.
Het zit erop.
Hรจhรจ.
Alsof het er nooit van kwam.
Nee, ik weet wel.
Het is verschrikkelijk.
Je moet er niet aan denken.
Maar ik dacht eraan.
En geloof het of niet.
Ik stond echt te genieten.
Ik had eerlijk gezegd nog nooit zoiets moois gezien.
Dat ik daar ooit tegen gedemonstreerd had?
Bijna een kunstwerk gewoon.
De verbeelding sprak.
Wat zal ik doen?
Als ik โ€˜m opeens zag.
Die paddenstoel.
Dat de mens daartoe in staat is?
Op een dag die niet stuk kon.