Wil je alles onbeperkt kunnen lezen? Ik zeg doen!

Ik was in een discotheek.
Ergens ver weg.
Oost-Europa.
Waar plateauzolen weer in waren.
Het was nog vroeg in de avond.
En ze draaide Modern Talking.
You Can Win If You Want
Een mega hit.
Daar nog steeds op één.
Hier vergeten.
Maar niet door mij.
Ik sprong dan ook van mijn kruk af.
De dansvloer was nog leeg.
Uiteraard.
Iedereen zat nog thuis.
Naar een nagesynchroniseerde James Bond te kijken.
Ik niet.
Ik wist beter.
Ik hield van doordeweekse dagen.
En dan op stap.
Zomaar ergens binnenlopen.
De portier meteen een fooi geven.
Terwijl hij nog aan z’n koffie zat.
Misschien kwam het raar over.
Maar ik was in mijn sas.
Ik genoot van het flikkerende licht.
Van de deejay.
Met z’n koptelefoon half op zijn hoofd.
Allemaal net echt.
Van de skyline van New York.
Die ze op de muur hadden geschilderd.
Van het meisje achter de bar.
Die Davidoff sigaretten rookte.
Kortom.
Ik was in mijn element.
Gelukkiger kon je mij niet krijgen.
Alles was van plastic.
Toch had het een ziel.
Ik voelde het.
Toen de rookmachine rook blies.
De hele zaak blauw stond.
En ik vergane glorie proefde.