Ik zag een glijbaanbouwer op tv.
Had ik nog nooit eerder gezien.
Het was een redelijk normale man.
Niet eentje waar je gelijk wat bij dacht.
Maar daar zit het ‘m natuurlijk in.
Die mensen vallen niet op.
Toch zijn ze onder ons.
Glijbaanbouwers.
Ik had er ook nooit bij stilgestaan.
Dat ze überhaupt bestonden.
Die mensen.
Maar ze schijnen dus rond te lopen.
Hoe zal dat dan gaan.
Hoe wordt je zo iemand.
Zou je daarmee worden geboren?
Of wordt je dat later aangeleerd.
Je moet het wel in je hebben.
Het is niet voor iedereen weggelegd.
Glijbaanbouwen.
Wat doe jij?
Nou, ik bouw glijbanen.
Dan sta je toch even te kijken.
Ik heb weleens een avond volgehouden dat ik papagaaienkweker was.
Op een gegeven moment schoot ik toch in de lach.
Maar glijbaanbouwer.
En dat dan ook echt zijn.
Daar natuurlijk trots op wezen.
Er op verjaardagen over vertellen.
Nog wat gedaan vandaag Jan?
Ja, ik heb mij daar toch een glijbaan gebouwd joh!
Oh ja, vertel eens.
Nou, een hele hoge!
Ik heb vandaag een hele hoge gebouwd.
En glijden dat ie doet!
Dan maakt zo’n man er natuurlijk van die bewegingen bij.
En geluiden.
Roetsj!
Zo’n iemand is constant in zijn gedachte aan het glijden.
Zelfs in zijn vrije tijd.
Elk weekend naar de speeltuin.
Hij schaamt zich nergens meer voor.
Die glijbaanbouwer.
Laat mij lekker glijden alsjeblieft.
En bemoei je met je eigen zaken.