Ik was ergens
In Hilversum.
Alle vrouwen leken op Viola Holt.
Ze maakten indruk.
Op een bepaalde manier.
Ik zat ‘r aan een tafeltje.
En naast mij zaten er twee.
Van dat soort vrouwen.
Wekelijks naar de schoonheidsspecialiste.
Een abonnementje op de sportschool.
En een zonnebankkuurtje zo nu en dan.
Wat ze er verder voor deden weet ik niet.
Het leek wel één grote familie.
Waarschijnlijk hadden ze allemaal dezelfde chirurg.
Die in de avonduren bijkluste.
Zoiets ging natuurlijk als een lopend vuurtje.
Joh, je moet bij Gert-Jan wezen.
Dat is trouwens sowieso gangbaar in die wereld.
De dokter bij z’n voornaam noemen.
Ik ken dat niet.
Een vriendje hebben die tandarts is.
Of psychiater.
Mijn vrienden werken in de bouw.
Zijn brandweerman geworden.
Of ze sleutelen aan motoren.
Zij klussen ook bij.
Uiteraard.
Hoe moet je anders je hoofd boven water houden?
Als we wat hebben gaan we naar de huisarts.
En wanneer we ergens mee zitten naar de zielenknijper
Die we dan meneer noemen.
Of mevrouw.
De kapper daarentegen.
Of de kapster dan in mijn geval.
Dat kan dan weer wel.
Ik mag gewoon Anita zeggen.