Ik ben weer terug in Meppel.
Na even te zijn weggeweest.
Ik zat in Brabant.
Zogenaamd om te schrijven.
Echt lukken wilde dat niet.
Hoewel het er alle schijn van had.
Tegen de boerin zei ik het zelfs.
Waar ik het huisje van huurde.
Als je hier geen boek kan schrijven!
Dan kan je het nergens!
Waarschijnlijk trok ik er ook een gezicht bij.
Arrogant wil ik het niet noemen.
Maar wel enigszins zelfvoldaan.
De boerin liet mij het huisje zien.
Kijk, een koelkast.
Een mooie douche.
En hier de slaapkamer.
Ook vertelde ze dat er net lammetjes geboren waren.
Ik kon ze zien vanuit mijn raam.
Eén lammetje was verstoten.
Een zwarte, dat ook nog.
Gelijk had ik een thema te pakken.
Een onderwerp.
Ik ging zitten aan de keukentafel.
En wachtte.
En wachtte …
Ik keek naar buiten.
Alle ingrediënten waren aanwezig.
De vogels die er floten.
Een ree die ik dacht te zien.
En een echte boer in een blauwe overal.
Die z’n land bewerkte.
Ik heb er een week naar zitten kijken.
Maar ik kreeg geen letter op papier.
Nog niet eens een eerste zin.
Wel had ik een titel.
Dat lag voor de hand.
Het zwarte schaap.
Alleen die roman, vrees ik.
Dat duurt nog even.