Ik ben overstag.
Ik heb er ook een.
Een Dopper.
Zo’n waterfles.
Handig.
Gezonder ook.
Beter voor het milieu.
En nog 1000 dingen.
Maar toch.
Ik weet het niet.
Ben ik iemand die uit een Dopper drinkt?
Mijn gevoel zegt van niet.
Maar mijn verstand.
Dat eeuwige verstand.
Die zei van doe nou maar.
Koop er nou maar een.
Dus ik heb gisteren ook een Dopper aangeschaft.
Ik moest wel een brug over.
Over mijn eigen schaduw heen stappen.
Alsof ik opeens op het CDA ging stemmen.
Naar Supertramp ging luisteren.
Een soort van terug bij af.
Een tijd lang wist ik de massa te ontlopen.
Ging ik mijn eigen gang.
Dronk ik gewoon water uit een omgespoelde colafles.
Of wat er dan voor handen was.
Maar nu hebben ze me toch.
Alsof ze mij bij m’n nekvel hebben gegrepen.
In de pas lopen jij!
Hup!
Niet denken dat je anders bent!
Dus daar zit ik straks.
In de trein.
In de kantine op m’n werk.
Als een lulhannes.
Te lurken aan een Dopper.
Hebben ze me dan toch klein gekregen.
Of ben ik juist goed bezig?