Volgens mij was ze verliefd.
Die podotherapeut.
Op m’n voeten.
Op mijn tenen om precies te zijn.
Op mijn grote teen.
Daar was wat mee.
Mij liet ze buiten beschouwing.
Het ging echt om die teen van me.
Hoe ze ernaar keek.
Vol bewondering.
Verlekkerd.
Ze had er bewijs van spreken zo aan willen sabbelen.
Gek gezegd.
En, zei ze.
Laat mij je andere voet eens zien.
Ook die werd uitvoerig bestudeerd.
Ze keek naar de verschillen.
Ja, die ene is inderdaad wat dikker.
Dat was ie ja.
Dat had ik zelf ook gezien.
Daarom zat ik er ook.
En ik keek hoe ze keek.
Hoe ze dacht.
Zag haar maniertjes.
In een andere situatie had ik haar mee uit gevraagd.
Nu was ik een patiënt
Zij de behandelaar.
Even dacht ik wat te voelen.
Te zien ook.
Een vonk.
Maar het was mijn teen.
Die prachtige teen van me.
Mijn grote teen.
Ze had nog nooit zoiets gezien.
Een ingegroeide teennagel.
Haar dag die kon niet stuk.
Het was liefde op het eerste gezicht.
En met plezier zette ze het mes erin.