Ik zou op reis gaan.
Een maand.
Hup, weg.
In m’n eentje.
Heel Europa door.
Gaan en staan waar ik wil.
In mijn hoofd speelde het zich al af.
De film.
Zomaar een trein instappen.
Uitstappen waar ik wou.
Een hotelletje zoeken.
Ach, dat zal ik allemaal wel vinden.
Ik maakte mij nergens druk om.
En dan schrijven natuurlijk.
Over niet al te noemenswaardige dingen.
Het behang van de hotelkamer.
Hoe de koffie smaakt.
Een douchegordijn.
Het klerenhangertje aan de muur.
Zaken waar mogelijk al eerder over geschreven was.
Maar nu dan door mij.
Met andere ogen deze keer.
Althans, dat zou ik dan proberen.
Ik maakte mij er een voorstelling van.
Over een paar maanden zou het gaan gebeuren.
En dat gaat het nog steeds.
Laat dat duidelijk zijn.
Maar dingen overkomen je soms.
John Lennon zei het al.
Je maakt plannen.
En er komt opeens iets tussen.
Mijn hele leven staat op z’n kop.
Ik zag haar.
En zij zag mij.
Ik geloof niet dat ik verder nog iets hoef uit te leggen.
Nu gaan we samen.
Een maand?
Een mensenleven!
Als ik zo vrij mag zijn.