Ik ga graag naar open dagen.
Niet dat ik er per se heen hoef.
Maar dat vind ik gewoon leuk.
Open dagen.
Het is mij om het even wat voor open dagen.
Open dagen van scholen.
Open monumenten dag.
Of bedrijven die hun deuren openzetten.
Dat je een kijkje in de keuken krijgt zeg maar.
Dat vind ik leuk.
Ik kan het niet helpen.
Ik bedoel ik vind alles eromheen leuk.
Wat er te zien is vind ik meestal niet veel aan.
Of wat ze dan van je willen.
Ik wil niks.
Ik wil er alleen maar zijn.
Dat wil ik.
Er zijn ja!
Dat is het.
Ik wil meemaken hoe het eraan toegaat.
Het geregel wil ik zien.
De zenuwachtigheid.
Van diegenen die het georganiseerd hebben.
Ik wil zien of het wel goed gaat.
En wanneer het fout gaat.
Of wanneer iets niet lekker loopt.
Dan vind ik het een schouwspel.
Maar ook als het júist goed gaat.
Dat ik medewerkers achterover zie leunen.
Nou, het gaat wel lekker zo hè.
En dan zie ik ze tevreden kijken.
In feite ben ik dan ook blij.
Ik voel dan eigenlijk met ze mee.
Ik voel mij erg ontspannen dan ook.
Dat is het, denk ik.
Dat maakt het dagje uit voor mij compleet.
Of af, zoals ze dat dan zeggen.
Open dagen, ik ben er gek op!
Maar die folders, die ze je dan geven.
Of de kaartjes, die je dan krijgt.
De gegevens die je uitwisselt.
Dat hoeft van mij allemaal niet.
De koffie daarentegen.
Dat vind ik dan wel weer gezellig.
Of ergens een zaal induiken.
Een of andere bespreking bijwonen.
Halverwege weglopen omdat je niet interesseert.
Dat je dan die macht hebt.
Dat je kan gaan en staan waar je wilt.
Dat doet mij echt goed.
Dat vind ik eigenlijk nog leukste van alles.
Dat je dan ook weer weg kan.
Dat je er stilletjes tussenuit kan knijpen.
Heerlijk vind ik dat!
Maar open dagen op zich.
Ik kan niet wachten tot er weer een is!