Ik was onder de mensen.
En wat voor mensen.
Echte mensen!
Je weet, ik treed weleens op.
Dan draag ik voor.
En ik probeer dat dan zo goed mogelijk te doen.
Zover ik daartoe in staat ben.
Er valt nog wel wat aan te schaven.
Ik ben er nog lang niet.
Maar goed.
Zo was ik dus in Rotterdam.
Een prachtige stad.
Ik blijf het zeggen.
Alles is er echt.
Er zit geen vernis overheen.
What you see is what you get.
Om maar even een clichΓ© te gebruiken.
Je moet ze geen sprookjes vertellen.
Die Rotterdammers.
De zee is niet blauw maar grijs.
Men drinkt er geen cognac maar vieux.
En als jij denkt dat je iemand bent.
Dan ga je nat in Rotterdam.
Afijn, ik moest er half acht zijn.
En half acht was ik er.
Ik had in de trein gezeten.
De metro.
En de bus.
Optreden is leuk.
Maar onderweg zijn is soms leuker.
Ik had naar koppen zitten kijken.
Naarmate ik Rotterdam naderde werden ze wereldser.
Dunbevolkt werd dichtbevolkt.
Ik cijferde mijzelf weg.
Ik werd als het ware een stipje in een pointillistisch schilderij.
Ik ging op in de massa.
Ik zoomde in en ik zoomde uit.
Ik zag geen verschillen meer.
Ik was onder de mensen.
En wat voor mensen.
Echte mensen in Rotterdam!