Ik kocht een roze koek.
Uit een automaat.
Dit is nou typisch zo’n situatie, dacht ik.
Als ie nou blijft steken.
Blijft hangen.
Je weet wel.
Dat ie niet naar beneden valt.
Dan sta ik hier.
Op station Meppel.
Te klootviolen met een roze koek.
Niemand die je helpt.
Ze kijken wel.
Herkennen het probleem.
Maar steken geen poot uit.
En jij staat er moederziel alleen.
Je moet je maar zien te redden.
Nou kan je denken natuurlijk.
Ach, het is maar een roze koek.
Laat maar zitten.
Alleen je had net zo’n trek.
En zonde is het ook.
Van die € 1,50
Het geld groeit niet op je rug.
Dus je geeft er eens een klap tegenaan.
Dat ziet er in films altijd heftiger uit dan in het echt, merk je.
Zo’n automaat geeft niet mee.
Er gebeurt dan ook niets.
De roze koek zit nog steeds achter dat dingetje.
Die ervoor had moeten zorgen dat ie naar beneden viel.
Maar dat dingetje heeft vandaag blijkbaar geen zin.
En die trein, daar heb ik het nog niet eens over gehad.
Die trein die komt er zo aan!
Normaal gesproken is ie altijd te laat.
En precies vandaag rijdt ie op tijd.
Is er dan geen manager hier, schreeuw je!
Die er voor kan zorgen dat ik mijn roze koek eindelijk eens kan krijgen.
Ik heb er immers recht op.
Het geld is al lang en breed van mijn rekening afgeschreven.
En probeer dat maar eens terug te draaien.
Ja goedemiddag, ik stond vanmorgen dus op station Meppel …
Je wordt vierkant uitgelachen aan de telefoon.
Die lui die komen niet meer bij.
Daar heb je er weer een.
Die over z’n roze koek begint.
Nou ja, zo stond ik een beetje te denken.
Dit is nou typisch zo’n situatie, dacht ik.
En in de verte zag ik een gele stip.
De trein die wacht op niemand.
Maar de roze koek was niet te versmaden.