Ik wil schoenen verkopen.
Als je het dan hebt over een guilty pleasure.
Of bucketlist.
Wat ik trouwens vreselijke woorden vind.
Maar dat terzijde.
Dan zou ik dat nog weleens willen doen in mijn leven.
Goeiemorgen mevrouw.
Waarmee kan ik u van dienst zijn?
Ah, ik zie het al.
Maatje 38?
Ja, zie je, dat dacht ik al.
En dan naar achteren lopen.
Naar het magazijn.
En dan tegen je collega zeggen:
Zo, die verkoop ik zo twee paar!
En dan nog een busje van die spray erbij.
Voor tegen de regen zogenaamd.
En dan ernstig kijken.
Ja, dat vooral, heel ernstig kijken.
Alsof je er verstand van hebt.
De deur nog even open houden.
Dag mevrouw, tot ziens hรจ.
En het daarna bescheuren natuurlijk.
Met je collega.
Waar je dag in dag uit mee samenwerkt.
Tot je er flauw van wordt.
Oh, daar heb je er weer een.
Die mag jij doen, zeg ik dan.
Zij eropaf.
Ervaren als ze is.
Zo, hoor ik haar zeggen.
Terwijl ik uit het zicht een sigaretje rook.
Wat een mooie jurk heeft u aan mevrouw!
Ik kijk om het hoekje en zie een dame op leeftijd in een onooglijke soepjurk.
Komt u net van de kapper?
Oh, dat dacht ik.
Het zit zo leuk.
Mijn collega kan liegen alsof het gedrukt staat.
Eรฉn voor รฉรฉn trappen ze erin.
Waarom zou je ook iemand tegen de haren instrijken?
Terwijl je net zo goed over iemands bol kan aaien.
Ze heeft gelijk, die collega.
Wat is er mis met een leugen om bestwil?
Ze lopen allemaal vrolijk de deur uit.
En wij hebben er ook lol van, zeg ik.
Terwijl ik haar elleboogje geef.
Schoenen verkopen.
Ik zou het soms maar wat graag willen doen.
Volgens mij heb ik er talent voor.