Wil je alles onbeperkt kunnen lezen? Ik zeg doen!

Ze had sperziebonen gekocht.
Een vrouw voor me in de rij.
Ik zei dat ik ze lekker vond.
Dat het mijn favoriete groente was.
How do you cook it, zei ze.
Ik schrok er een beetje van.
Moest ik opeens in het Engels gaan lopen uitleggen hoe ik sperziebonen klaarmaakte.
Ik ben niet op mijn mondje gevallen.
Ik sta m’n mannetje wel.
Maar in het Engels is het allemaal net even anders.
Dan kan ik weleens dichtslaan.
Maar goed, ik gaf er een draai aan.
I do it the old fashioned way, zei ik.
I cook it all the way.
For half an hour.
Ik zag haar enigszins terugdeinzen.
En denken vooral.
Ze zag het voor haar.
Mij in die keuken.
Bij dat gasfornuis.
Met die slappe sperziebonen.
Ja, sorry, ik weet niet beter.
Dat wilde ik eigenlijk zeggen.
Mijn moeder heeft het mij zo geleerd.
Op de ouderwetse manier.
Het haalde allemaal niks uit.
Ze luisterde geeneens meer.
Ik stond nog wat naar woorden te zoeken.
Om haar in mijn beste Engels te overtuigen.
Maar ze stond al af te rekenen.
Ze was mij al vergeten.
Met die haricot verts van der.
In mijn ogen sperziebonen.
Die je een half uur moet koken.
Want anders smaken ze niet.
Ik zag een echtelijke ruzie voor me.
Zij was al huilend de keuken uitgelopen.
En ik hield voet bij stuk.
Die dingen moet je koken.
Zeker een half uur!
En dat ze niet moest zeuren.
Dat riep ik haar nog na.
In gedachte.