Je moet er in de stemming voor zijn.
Voor kerkklokken.
Soms kick ik erop.
Heerlijk, denk ik dan.
Vooral op zondag.
Of een doordeweekse dag.
Ook prima.
Zolang het maar stil is.
Weinig verkeer.
Een enkeling op straat.
Ik of iemand anders.
En dan die klokken horen luiden.
Weten waar de klepel hangt.
De trein nemen.
Zomaar ergens heen.
Een boek mee.
Mijn thermoskan.
Wat boterhammen.
Geluk zit in een klein hoekje.
Aan jezelf genoeg hebben.
Heimelijke verlangens koesteren.
Geen haast.
Het komt wel.
En dan ergens uitstappen.
Een dorpje.
Een stad.
Je hebt geen idee nog.
Alle winkels zijn gesloten.
Op een klein restaurantje na.
Of de stationsrestauratie.
Ook goed.
Met grote ramen het liefst.
Om naar buiten te kunnen kijken.
Zien hoe de mens worstelt.
Ze zijn niet veel anders dan jij.
De grijze lucht.
Hun gezichten op onweer.
En de kerkklokken.
Die eeuwige kerklokken.
Je moet er in de stemming voor zijn.