Ik zag een jongen lopen.
Hij liep met een gitaarkoffer.
Ik vroeg mij af of hij daadwerkelijk gitaar speelde.
Of dat hij het gewoon leuk vond om met een gitaarkoffer te lopen.
Die mensen heb je.
Ach, wat is er mis mee.
Ik heb er zelf ook een handje van.
Dat ik soms iemand wil zijn die ik niet ben.
Ik had van alles willen wezen.
Maar ik ben het niet geworden.
Gelukkig bestaat er de verbeelding.
Je kan worden wie je wil.
Zonder het te zijn.
Vrachtwagenchauffeur?
Ik zit zo in Italië.
Met m’n wagen.
Hup, een steekkar achterin.
Want die hebben ze nooit in Milaan.
Dus die neem ik altijd zelf mee.
Of soms rij ik op een grotere wagen.
Dan heb ik een heftruck bij me.
Makkelijk joh!
Ik rij zo al die pallets eruit.
Als het goed is zie je het voor je.
Je doet je ogen dicht en je bent er.
Wie een reis wil maken hoeft eigenlijk niet weg.
Dat denkt men wel.
Maar goed, laat ze maar denken.
Dat moet die jongen ook hebben gedacht.
Die jongen met die gitaarkoffer.
Die ik misschien wel wilde zijn.
Ik kan nog geen noot lezen.
Toch klonk er muziek in mijn oren.
Ik speelde de sterren van de hemel.
Want wie zijn geest laat waaien.
Heeft de wereld aan zijn voeten.