Ik hoorde zo’n saaie duif.
Die aangeeft dat het zondag is.
Als kind was die duif er al.
Niet dezelfde natuurlijk.
Maar ongetwijfeld familie.
Zo’n duif zit dan in een boom.
Of hier op het balkon.
En maakt dan van dat typische geluid.
Het is geen fluiten of zo.
Een beetje vogel die fluit.
Een duif niet.
Een duif heeft daar geen talent voor.
Een duif die doet maar wat.
Naar mijn mening zeurt ie.
Hij plant zich voort.
(want dat kunnen ze)
En gaat dood.
Meer is een duif niet.
Neem nou een kraai.
Of een kauw.
Die kan ook niet zingen.
Maar die laat zich tenminste gelden.
Die maakt er wat van.
Een duif die zit maar een beetje.
Praat over niks.
Vindt alles maar zozo.
Maar je zal hem nooit horen.
Ja, dat gewauwel van ‘m.
Op zondagmorgen.
Wanneer die zit te zeiken.
En de hele boel onder schijt.