Zeg jij het maar.
Afspreken?
Aanstaande dinsdag.
Station Meppel.
11 uur.
Of zullen we 10 doen?
Dan pakken we de bus.
Drinken we koffie in Ruinen.
En daarna wandelen we naar Dwingeloo.
Wat vind jij.
Doen?
Ja, ik weet het.
Nee, niet meteen het bed in.
Kan hoor, als je wil.
Maar ik wil liever wandelen.
Eerst.
Eigenlijk wil ik je gewoon leren kennen.
Niet meteen pats boem.
Ja natuurlijk.
Ik wil ook.
Afijn, dat weet je.
Wat omslachtig allemaal.
Dit.
Waarom nou nooit eens gewoon?
Kletsen.
Een taartje.
Je maniertjes zien.
Kijken of het vuur nog brand.
Bij mij smeult ‘t nu.
Maar het kan zo weer oplaaien.
Dinsdag doen dan?
Zeg jij het maar.