Wil je alles onbeperkt kunnen lezen? Ik zeg doen!

Ik was in Antwerpen.
Niet met een specifieke reden.
Ontspanning misschien.
Een andere stad.
Een ander land zelfs.
Ook al verschillen we niet veel.
Daar noemen ze patat frites.
En wij hier frites patat.
Verder zijn we zo ongeveer hetzelfde.
Zij zijn wat zachter wellicht.
Die Belgen.
Wij zijn wat directer.
Draaien er niet omheen.
Zeggen waar het op staat.
Maar goed.
Het wij-zij-denken.
Ik heb er niks mee.
Zjef Vanuytsel zong het al:
Geef mij een huis met een tuintje er voor.
Meer heeft een mens niet nodig.
Maar Antwerpen dus.
Ik was in die kerk.
Waar Rubens hangt.
Ik had ‘m helemaal voor mijzelf.
Er was niemand.
Behalve dan die man waar ik een kaartje bij kocht.
En waarvan ik dacht dat ik dat ook wel zou willen.
Daar kaartjes verkopen.
Lekker rustig.
Nou zal het er normaal gesproken wel drukker zijn.
Ik was vroeg.
Het licht scheen er mooi door het glas in lood.
Het ochtendgloren.
Als ik niet beter zou weten was ik bijna gaan geloven.
Nou geloof ik wel.
Maar in andere dingen.
Dat het wel goed komt met de mensheid.
Hel en verdoemenis is niet aan mij besteed.
Ieder mens heeft zijn kruis te dragen.
Hoewel ik het wel duur vond.
Acht euro voor een kaartje!