Die lift.
Dat is ook een verhaal.
Die lift op het station.
Niemand durft er meer in.
Ik kijk wel linker uit.
Hoorde ik mensen zeggen.
Mij krijg je er niet in.
Hij is al een paar keer vast blijven zitten.
Blijven steken.
Dat ie niet verder ging.
Daar moet je toch ook niet aan denken, zei een vrouw.
Ik kon het niet laten om ‘m toch te nemen.
Ik wilde het weleens weten.
En ze hadden ‘m gemaakt.
Dus.
Wat kon er gebeuren.
Living on the edge, noemen ze dat.
De lift nemen op het station van Meppel.
De deuren opende zich langzaam.
Ik kreeg een soort van Cape Canaveral gevoel.
Een ruimtereis.
Niet weten wat je te wachten staat.
In een split second kon het gebeurd zijn.
In een flits zag ik heel mijn leven aan mij voorbijtrekken.
Dat zeggen ze dan toch.
Vooralsnog ging alles goed.
En de deuren sloten zich weer.
Ik drukte op het knopje.
Ietwat gespannen.
Het was maar één verdieping.
Maar toch.
Stel je voor dat ie er halverwege mee uitschee.
Dat ie toch opeens de geest gaf.
Dan sta je wel effe te kijken.
Krijg nou de zenuwen.
Het zal toch zeker niet.
Dat gaat mij toch niet overkomen.
Ik moest een paar keer slikken.
Maar goed, daar ging ik dan.
Ik dacht een kleine hapering te voelen.
Mijn maag draaide zich om.
Het leek de Efteling wel.
Zonder dat ik in de rij had hoeven staan.
Ik kon zo doorlopen.
De lift ging gelukkig omhoog.
Met horten en stoten, dat wel
Hij schudde aan alle kanten.
Maar niet veel later was ik boven.
Lijkbleek natuurlijk.
Lichtelijk misselijk.
Alleen niemand had het door.
Ik had gewoon de lift genomen.
Ik was weer een van hun.
Een reiziger.
Bestemming onbekend.