Ik moest een trein halen.
In Heino.
Ken je Heino?
Ik bedoel dat station.
Het is een van de betere stations om de trein te missen.
Wanneer je er de trein net mist zou je kunnen zeggen dat je geluk hebt.
Je ziet de trein in de verte een stipje worden.
Wat er overblijft is leegte.
Niets dan leegte.
Het is jij en dat perron.
Een paar huizen.
En een parkeerplaats.
Wie goed in staat is om te voelen kan nu zweven.
De helicopterview.
Je ziet jezelf op een afstand.
Een man met een tas op z’n rug.
Met z’n handen in z’n zakken.
Hij prakkiseert.
Fantaseert.
Droomt.
Waar zou hij over tien jaar zijn?
Of zal ie daar nog steeds staan wachten?
Er is niemand die het hem kan vertellen.
Iets zegt hem geduld te hebben.
Maar hoe lang nog.
Hoe lang nog?
En langzaam land je weer.
Een zachte landing in Heino.
De volgende trein was er al over vijf minuten.