Ik kan het mis hebben.
Misschien zit ik ernaast?
Maar kan het zo zijn dat ik steeds meer beveiligers zie?
En dat ik mij tegelijkertijd steeds minder veilig voel?
Volgens mij werkt het juist angst in de hand.
Al die uniformen.
Het roept iets op waar ik niet aan wil denken.
Ik denk dat het een jaar of tien terug was.
Nee, langer.
Twintig alweer, denk ik.
Ik had een kameraad.
Inmiddels ben ik âm uit het oog verloren.
Waar ik overigens niet rouwig om ben.
Uiteindelijk lagen we elkaar niet.
Maar goed, hij zat zonder werk.
Hing de hele dag in coffeeshops rond.
Of hij lag in zân nest.
Niet een actieveling, zeg maar.
Alleen, zoals dat dan gaat.
Hij kreeg een vriendin.
En die ging toch wat verlangen.
Naast het gebruikelijke.
De gezonde aspecten des levens.
Er moest ook brood op de plank komen.
En hij zag dat ook wel in.
Dat vermogen had ie nog.
Maar ja, wat kon hij?
Achter het net vissen, daar was hij goed in.
De boot missen.
Niet veel was gelukt in zân leven.
Hij had het gevoel dat hij op een kruispunt stond.
Er moest wat gebeuren.
En zo geschiedde.
Hij zag een advertentie.
Met toekomstperspectief.
Carrièremogelijkheden
En het verdiende ook niet onaardig.
Dus hij solliciteren.
Nou, hij keek er zelf ook van op.
Voor hij het wist was hij aangenomen.
Met opleiding en al.
Hij zou het nu gaan maken.
Hij wist het zeker.
Hij blij.
Zijn vriendin blij.
Trouwen, kindje.
De hele reutemeteut volgde.
Huisje, boompje, beestje.
Doorzonwoning.
Vinex-wijk.
Hij steeg in aanzien.
Wat hem tevens naar zijn hoofd ging stijgen.
Daarin aangemoedigd door zijn meerderen.
Zij kneedden hem zorgvuldig.
Zân uniform werd steeds potsierlijker.
Goedbeschouwd liep hij voor joker.
Voor wie âm gekend had.
Iemand die te lui was om uit zân ogen te kijken.
Ze hadden hem een wapen gegeven.
En een stok om mee te slaan.
Het was een hele vent geworden.
Ik zag hem staan.
Of in ieder geval, een soort gelijk iemand als die kameraad van mij.
Op het station.
In fluorescerende kledij.
Carnavalskleding naar mijn smaak.
Om te lachen goedbeschouwd.
Als het niet zo ernstig was geweest.
Hij zorgde voor mijn veiligheid.
Maar bereikte het tegenovergestelde.