Ik hou van zaaltjes.
Waar de pin het niet doet.
Waar je geen cappuccino kan krijgen.
Maar koffie gewoon.
Het liefst met een voetbad.
En een koekje erbij
Ik hou van zaaltjes.
Met tl-lampen.
Met tafels en stoelen.
Grijze gordijnen.
Of van dat lelijke groen.
Ik hou van zaaltjes.
Met toonbanken.
Draaideurcriminelen.
En vrijwilligers.
Ik hou van zaaltjes.
Met openbare toiletten.
Die naar chloor ruiken.
Of nog beter.
Naar Vim.
Ik hou van zaaltjes.
Van lamellen.
Van Luxaflex.
Van vloerbedekking.
Ik hou van zaaltjes.
Waar mensen te laat komen.
Hun verontschuldigingen maken.
En iedereen over z’n hart strijkt.
Ik hou van zaaltjes.
Waar stiltes vallen.
Waar de adem wordt ingehouden.
Ik hou van zaaltjes.
Van systeemplafonds.
Van het donker buiten.
Ik hou van zaaltjes.
Waar mensen elkaar kennen.
Van haat en nijd.
Van achterdocht.
Ik hou van zaaltjes.
Van dames in jurken.
En mannen in pakken.
Ik hou van zaaltjes.
In zo’n wijk
Met van die naoorlogse huizen.
Ik hou van zaaltjes.
Waar de bus niet komt.
Of alleen doordeweeks.
Ik hou van zaaltjes.
Waar ik de naam steeds van vergeet.
Ik hou van zaaltjes.
Waar ik als kind ook al kwam.
Waar het muf rook.
Ik hou van zaaltjes.
In bijgebouwen.
Voormalige scholen.
Omgebouwde gymlokalen.
Ik hou van zaaltjes.
Met stemgerechtigden.
Voorzitters.
Ik hou van zaaltjes.
Van klaplopers.
Naast-de-pot-pissers.
Ik hou van zaaltjes.
Van sluitingstijden.
Gebouwbeheerders.
Ik hou van zaaltjes.
Van ’t applaus.
Het gemompel.
Ik hou van zaaltjes.
Met achtergrondmuziek.
Net niet hoorbaar.
Ik hou van zaaltjes.
Met plakjes cake.
Ik hou van zaaltjes.
Van PowerPointpresentaties.
Van strebers.
Van mensen die willen doorgroeien.
Ik hou van zaaltjes.
Van vergaderen.
Van borrelen.
Van bitterballen.
Ik hou van zaaltjes.
Van achter de ellebogen.
Van door de mand vallen.
Van tegen de lamp lopen.
Ik hou van zaaltjes.
Met moderne kunst.
En een kunstcommissie.
Ik hou van zaaltjes.
Van koppen die bij elkaar gestoken worden.
Ik hou van zaaltjes.
Van mensen die naast hun schoenen lopen.
Of van mensen op hun sloffen.
Ik hou van zaaltjes.
Waar ik de eerste ben.
Mij afvraag of het wel vandaag is?
Ik hou van zaaltjes.
Van ziekenhuizen.
Bankgebouwen.
Noem maar op.
Ik hou van zaaltjes.
Van mensen die gestopt zijn met roken.
En dan toch weer beginnen.
Ik hou van zaaltjes.
Met een fietsenstalling om de hoek.
Ik hou van zaaltjes.
Van vergane glorie.
Van tafeltjes met tijdschriften.
Van folders.
Ik hou van zaaltjes.
Waar ik de weg niet weet.
Ik hou van zaaltjes op de bovenste verdieping.
En een lift die stuk is.
Ik hou van zaaltjes.
Van koffieautomaten die het niet doen.
Ik hou van zaaltjes.
Van gangen die erop uitkomen.
Ik hou van zaaltjes beneden.
En anders moet je het maar even vragen.
Ik hou van zaaltjes.
Ik hou van zaaltjes.
Ik hou van zaaltjes!
Ik hou van zaaltjes!!
Maar ik ben altijd blij als ik er weer weg ben.