Een mens moet eruit.
De hele dag binnen is niet goed.
Ik trok een extra trui aan.
Voor de zekerheid nog een vest.
En maakte aanstalten.
Zin had ik niet.
Maar het moest.
De buitenlucht zou mij goed doen.
Met frisse tegenzin liep ik over de galerij.
Zag mijn buren keuvelen.
Hij had het hoogste woord.
Het schuchtere type.
Dat hij überhaupt naar buiten durfde?
Maar er zat drank in.
Dat hoorde ik aan zijn stem.
Hij praatte met dubbele tong.
Was vol van zichzelf.
En verdraaide de waarheid.
Hier en daar dikte hij zijn verhaal een beetje aan.
Om nog meer bewondering te oogsten
Het werkte.
Zijn toehoorders zag ik staan met open mond.
Ik had mij ermee kunnen bemoeien.
Had erbij kunnen gaan staan.
Alleen ik kende zijn verhaal al.
De helft was gelogen.
De andere helft niet waar.
Kortom, ik had er geen boodschap aan.
Ik maakte dat ik wegkwam.
Ademde nieuwe inzichten in.
Blies het oude uit.
En schiep lucht in mijn geweten.