En wat zou ze van mijn slaapkamer vinden.
Een jongenskamer?
Nee, dat denk ik niet.
Die van een vrijgezelle man eerder.
Die nog weleens een onderbroek laat slingeren.
Z’n sokken liggen ook her en der.
Toch denk ik niet dat ze ermee zou zitten.
Daar gaat ’t niet om in het leven.
Daar zou ze dwars door heen kijken.
Zo is ze wel.
Ze weet wel beter.
Veel beter, denk ik.
Maar goed, we zitten er nu wel mee.
Met de situatie.
Dat zij mij wil en ik haar.
En ze zou zomaar eens zo voor de deur kunnen staan.
Zo van, hier ben ik.
Zou ik haar binnenlaten?
Ongetwijfeld.
Maar hoe krijg ik haar weg?
Uit mijn huis dat zou nog wel lukken.
Ze zal vrijwillig gaan.
Maar hoe krijg ik haar uit mijn hoofd?
Om over mijn hart nog maar te zwijgen.