Wil je alles onbeperkt kunnen lezen? Neem dan je petje af voor Reinier. Dat kan al voor € 2,50. Klik op een verhaaltje voor meer info

Ik vroeg wat voor gebouw het was.
De jongen keek.
Of een man was het.
Uit India.
Hij bediende mij.
Hij had mij zojuist een spa rood gebracht.
Sparkling water, sir.
Aan dat sir moest ik wennen.
We keken naar het gebouw.
Majestueus wilde ik zeggen.
Ik zei het niet.
Big, zei ik.
Huge, zei hij.
Nou hè, enorm.
Zonder er bij na te denken begon ik in het Nederlands.
Ik vroeg weer wat het was.
Hij wist het niet.
Hij woonde hier nog niet zo lang.
A few months, sir.
Ah, een paar maanden.
Tja, een mens kan niet alles weten.
Het gebouw maakte geluid.
A lot of noise every hour, sir.
Maar het is geen kerk, zei ik.
No, it’s not a church, sir.
Maar wat is het dan, vroeg ik?
We staarden.
Ik zittend.
Hij staand.
We dachten.
Hij dat ie door moest.
Ik dat ik wel lekker zat zo.
De zon.
Dat windje.
Mij afvragend wat voor gebouw het toch in hemelsnaam was?
Een stadhuis!
It’s a city hall!
Ik zei het alsof ik een prijsvraag had gewonnen.
En de klok die luidde.
Mijn dag kon niet meer stuk.
En die van hem moest nog beginnen.