Bolke, Bolke.
Bolke de beer.
Daar was ie weer!
Dat suffe beest.
Met die stomme kop.
Ik werd gelijk weer depressief.
Hoewel ik destijds nog niet wist wat dat woord betekende.
Maar het leven had gelijk geen zin meer.
Dat weet ik wel.
Dan zette ik de tv aan.
De NCRV.
Ook niet echt een omroep waar ik vrolijk van werd.
En daar had je ‘m dan.
Dat zielloze dier.
Ik schoot gelijk in de stress.
Ik wist niet waar ik het zoeken moest.
Mijn adem stokte.
En dan op de achtergrond dat vrolijke deuntje.
Alsof ze het erom deden.
Mij bang maken.
Thuis was de sfeer nou ook niet bepaald je van het.
Dat zal allemaal wel niet geholpen hebben.
Mijn pa die er niet was.
Mijn moeder die zich zorgen maakte.
Waar hangt ie uit?
Mijn zussen die het huis al uit waren.
En ik die naar de tv zat te kijken.
Naar een beer die dacht dat ie leuk was.
Ik herinner mij zelfs nog wat we aten.
Bloemkool met een sausje.
Slavinken met jus.
Yoghurt met suiker.
Bolke, Bolke.
Bolke de beer.
Daar was ie weer.
Zonder verder nog een woord te zeggen, verdween mijn vader naar de slaapkamer.
De deur viel zachtjes in het slot.