Nee dat is het niet.
Nee, ook dat niet.
En dat is het ook niet.
Ja dat misschien.
Maar dat.
Nee, dat niet.
Dat dan?
Dat zou kunnen.
Dat dat ‘t dan is.
Of dat.
Dat is mogelijk.
Maar dan had ik dat wel geweten.
Dus dat kan het ook niet zijn.
Dat heb ik overwonnen.
Dus met dat moet je bij mij niet meer aankomen.
En van dat ben ik ook af.
Dus dat doe ik ook nooit meer.
Maar wat dat dan wel is?
Dat het niet fijn is kan ik je wel vertellen.
Daar heb ie dat weer, denk ik dan.
Kan dat nou nooit eens ophouden.
Dat je dan wakker wordt.
En dat het dan al begint.
Dat, waar artsen zich over buigen.
En wanneer had u dat voor het eerst?
Oh, dat heb ik al jaren.
Maar helemaal weg gaat dat nooit.
Dat zal altijd blijven, zei ze.
De psycholoog.