Ik zie er elke keer toch tegenop.
De meterstanden doorgeven.
Elk jaar is het weer zover.
Oh ja, die meterstanden.
Vroeger kreeg je dan een kaartje in de bus.
Maar nu kan het ook digitaal.
En je kan er zelfs voor kiezen.
Dat zij het dan doen.
Dan drukken ze ergens op een knopje.
En ze weten het.
Zo weten ze alles van je.
Als ze willen.
En dat willen ze.
Daar lijkt het steeds meer op.
Maar goed.
Ik koos ervoor om het zelf te doen.
Gewoon lekker ouderwets.
Of een soort van dan.
Want je kan het mailen.
Je hoeft niet meer met een pennetje dat kaartje in te vullen.
En dan maar hopen dat zij het kunnen ontcijferen.
Hoe vaak zal dat wel niet mis zijn gegaan?
Dat zo’n medewerker van het energiebedrijf naar zo’n kaartje zat te turen.
Z’n leesbril er nog ‘ns bij pakte.
Nou, het zal wel een zes zijn.
Of staat er nou een vier?
En dat het dan vrijdagmiddag was.
En dat hij of zij dacht, nou het zal wel.
Het is mooi geweest, ik ga maar eens op huus an.
Na het weekend zien we wel weer verder.
En dat jij dan eind december die rekening in je brievenbus kreeg.
En dat je dan dacht, daar gaat mijn kerstbonus.
Of m’n etentje bij van der Valk.
Dan is het nu een stuk makkelijker.
En hopelijk betrouwbaarder.
Nog wel steeds moet je er wat voor doen.
Iets fysieks.
In mijn geval moet ik naar buiten.
Het balkon op.
Daar is zo’n kastje.
Moet ik eerst dat sleuteltje zien te vinden.
Want hoe vaak kijk ik in dat kastje?
Afijn, dat krijg ik dan uiteindelijk toch voor elkaar.
En dan sta je naar dat apparaat te staren.
Je checkt.
Doet nog een dubbelcheck.
Nou, op hoop van zegen dan maar.
En je drukt op zenden.
Met in je achterhoofd die ijdele hoop.
Dat je wat terugkrijgt dit jaar.