Er zat een vlek in het matras.
Waarvan weet ik niet.
Ik begon te denken.
Nee, zij kon het niet zijn.
En zij ook niet.
En hij?
Nee, hij ook niet.
Waarvan dan?
Zat die vlek er soms al in?
Ik kocht ‘m tweedehands.
Nee, ik kreeg ‘m.
Zo was het.
Die hebben we toen nog opgehaald in dat kleine autootje.
We hadden wel bekijks.
Maar die vlek?
Ik kan het mij niet herinneren.
Ik weet nog dat ik dacht, zo, mooi zeg!
Een spiksplinternieuw bed.
Alles erop en eraan.
We moesten twee keer rijden, weet ik nog.
Maar met wie was ik toen ook alweer?
Ik ben haar naam vergeten.
En die van hem weet ik ook niet meer.
Of was zij het toch?
Die met die krullen.
Nee, ik weet het alweer.
Zij was het.
We scheelden teveel in jaren.
Helaas.
Anders had het nu nog aan geweest.
En dan had zij het mij ongetwijfeld kunnen vertellen.
Van wie die vlek toch was?
Die vlek in het matras.
Ik zou het anders echt niet weten.