Hij wilde dood.
Ik ook wel.
Ik zag ’t ook niet echt meer zitten.
Zullen we samen doodgaan dan, zei ik.
Nee, zei ie.
Dat deed hij liever alleen.
Net als masturberen.
Dat deed ie ook liever zelf.
Daar kon ik inkomen.
Er zijn dingen waar je niemand bij wil hebben.
Maar ’t heeft wel wat, zei ik.
Samen zelfmoord plegen.
Dat ze dan twee dode mannen vinden.
En niet weten hoe of wat.
Hij lachte.
Maar nee.
Niet met z’n tweeën.
Ik vroeg of hij ’t weleens gedaan had.
Een zelfmoordpoging.
Ja, zei ie.
Met enige trots.
En hij demonstreerde hoe hij een touw had gepakt.
Dat ergens aan had vastgeknoopt.
Maar dat ie op het laatste moment toch afhaakte.
Daarvoor hing ie toch te veel aan ’t leven, zei ie.
En ook dat moest ik beamen.
Doodgaan lijkt soms wel leuk.
Je kan er heerlijk over fantaseren.
Wat is er aan gene zijde?
Alleen er een kijkje nemen …
Een enkeling doet ‘t.
Weer een ander overweegt ‘t.
Maar voor ons wat het net effe te definitief.