Ik hoop haar even te zien.
Al was het maar een glimp.
Even hallo zeggen.
Het hoeft niet eens wat voor te stellen.
Een blik wisselen is al genoeg.
Steeds loop ik hetzelfde stukje.
Wie weet kom ik haar tegen.
Zou zo maar kunnen.
Ik denk dat ik mij groot hou.
Wanneer ik haar weer zie.
Ik zal wel hoi zeggen.
Maar niet te uitbundig.
Een beschaafd knikje zou het zijn.
Misschien zeg ik hoe gaat het.
En zegt zij dat ook.
Ik ben haar al eens tegengekomen.
Toen deed ze haar haar goed.
Tijdens het passeren.
Het was een reflex.
Ik zag het.
Een oude gewoonte.
Die zal ze wel nooit verleren.
We zeiden niet veel.
Nog niet eens een hele zin.
Een half woord.
Daar had ik genoeg aan.
En zij ook.