Je hebt er dagen tussen.
Ik wel.
Dan dient het grote waarom zich aan.
Wat je doet.
Wat je wil.
Waar je in godsnaam mee bezig bent?
Een antwoord krijg je niet.
Ja, vaag misschien.
Een beetje.
Wijsheden.
Die je al kent.
Vrijwel de meeste zijn uitgekauwd.
Afijn.
Ik las Nietzsche.
Nee, ik luisterde.
Zo was ‘t.
Tegenwoordig luister ik.
De moderne tijd.
Het wordt je makkelijker gemaakt.
Kennis vergaren.
Het leven is lijden.
Dat is een gegeven, zegt hij.
Zei hij.
Hij is dood.
Een tijdje al.
Wist je trouwens dat hij de laatste 10 jaar van z’n leven vegeteerde.
Niks meer waard was.
In bed lag.
En gek was verklaard?
Voor een dubbeltje kon je ‘m dan komen aanschouwen.
Eerlijk.
Waargebeurd.
De man die alles wist.
En dan eindig je zo.
Het leven is lijden.
Hij was zelf ’t bewijs.
Maar lijdt niet aan het lijden zelf.
Dat zei hij ook.
In z’n goeie tijd.
Maak er wat van!
Daar kwam het kort gezegd op neer.
Alleen of je daar nou voor gestudeerd moest hebben?
Daar twijfelde ik dan ook weer aan.