Ze liket me.
Zo af en toe is.
Wanneer ze denkt van, ach.
Arme jongen.
Hij probeert ook eens wat.
Laat ik ‘m maar liken.
Dan liket ze me.
Vervolgens krijg ik dan een berichtje.
Dat ze me liket.
Ik kan niet ontkennen dat er dan iets met mij gebeurd.
Hé, ze liket me?
Ze liket me weer.
Zo vaak liket ze me niet.
Dus als ze me dan eens liket.
Dan liket het net of ze het niet meent.
Dat ze liket om ’t liken.
Dat ze dan denkt van.
Dat doet ‘m vast goed.
Dat liken van me.
En verdomd als het niet waar is.
Ik like er door geraakt.
Ik word zelfs lichtelijk onzeker.
Ik krimp ineen.
Want waarom zou ze mij in godsnaam liken?
Ik like in de verste verte niet op haar.
Zij is van een andere wereld.
Een andere planeet.
Sterker nog.
Een ander zonnestelsel.
Waar ze over liken gaan.
Toch liket ze me.
En ik like haar.
Eerst leek het nergens op.
Maar nu begint het ergens op te liken.