Volgens mij is ’t een safehouse.
Waar ik weleens langsloop.
En naar binnen kijk.
Want dat doe je.
Laten we eerlijk wezen.
En dan gaat ’t leven.
Zo’n idee.
Maar ik zou gelijk kunnen hebben?
Afgaande op wat ik ‘r soms zie.
Mits de gordijnen open zijn natuurlijk.
Want vaak zitten ze dicht.
Is ’t er donker.
Dan is ie waarschijnlijk niet in gebruik.
Maar laatst.
Van de week.
Toen kreeg ik weer ‘ns een inkijkje.
En gaf ik mijn ogen de kost.
In de gauwigheid.
Want je gaat daar niet uren naar binnen staan kijken.
Dan was het geen safehouse meer geweest.
Maar ik hield een beetje in.
Matigde mijn pas.
En zag een tafel.
Een stoel.
En een bank.
Waar een meisje op zat.
Ietwat slonzig.
In een joggingbroek.
Ze was aan ’t appen.
Met haar ex misschien?
Zullen we ’t weer goed maken?
Maar ja, dan zou ’t gelazer weer opnieuw beginnen.
Hij had vast losse handjes.
En daarom zat ze daar.
Een veilige haven.
Het voelde net als thuis.
En terloops vroeg ik mij af:
Zou ze dat ooit gehad hebben?