Gisteren wist ik niet welke dag het was.
Werkelijk niet.
Ik liep de stad in.
Ik meen dat ik een kopje koffie ging drinken?
Ook dat ben ik vergeten.
Kan ook zijn dat ik boodschappen ging doen?
Joh, ik zou het echt niet weten.
Ik weet dat ik over die brug liep.
Dat de zon scheen.
En dat ik mij eigenlijk best lekker voelde.
Wel had ik wat last van mijn rug.
Daar ben ik van de week doorheen gegaan.
Ik weet niet of je dat weleens overkomen is?
Ik kon niks meer.
Zelfs mijn bed uitkomen werd een ding.
Daar deed ik een kwartier over.
Terwijl ik er normaal gesproken zo uitspring.
Dan gooi ik wat water in mijn gezicht.
Poetst ik mijn tanden.
En ben ik weer als nieuw.
Maar van de week dus.
Ik leek wel een oude man.
Jemig, dacht ik.
De jaren gaan tellen.
En hoe het nou kwam?
Ik was met een zak aarde in de weer geweest.
Op mijn balkon.
Tegen een vriend zei ik het nog.
Gekscherend.
Dat ik de bloemetjes buiten ging zetten.
En hij lachen.
Maar goed, dat heb ik geweten.
Ik kon niet meer lopen.
Gelukkig is het nou minder.
Bewegen helpt zeggen ze.
Dus gisteren maakte ik een ommetje.
Zoals oude mensen doen.
Tevreden met mijn handen op mijn rug.
Maar ik weet nog wel dat ik dacht.
Welke dag is het nou eigenlijk?
En dat ik op moest passen.
Want anders schoot het er weer in.
Maar ik kom er wel.
Waar dan ook?
Ook al is het stap voor stap.