Ik liep naakt op een feestje.
Een receptie.
Georganiseerd door een vriendin.
Voor haar zakenrelaties.
Er hing een informele sfeer.
Dus ik kon wel wat maken.
Ik hoefde niet bang te wezen.
De meesten zaten in een keurslijf.
Die waren wel toe aan een verzetje.
Dat gewauwel de hele tijd.
Over architectuur.
Over kunst.
Over kinderen wel of niet.
En of ze in de randstad bleven wonen.
Het bekende gezever.
Waar iedereen wel een beetje klaar mee was.
En ik misschien nog wel het meest.
Ik kreeg het op mijn heupen.
Snel dook ik een kamertje in.
Ontdeed mij van mijn kleding.
En voor ik het wist stond ik poedelnaakt in de keuken.
Met mijn hoofd in een koelkast gedoken.
Op zoek naar bier.
Wil iemand anders nog wat drinken, vroeg ik.
Zonder blikken of blozen.
De vriendin schoot in de lach.
Maar zag dat het goed was.
En pakte de draad van haar gesprek weer op.
Met mensen die niet wisten wat ze zagen.
Die zich geen houding wisten te geven.
Maar het toch wel amusant vonden.
Stiekem.
Ze hadden er weleens over gelezen.
Verhalen van hun ouders gehoord.
Partnerruil, dat soort dingen.
Het begin van het einde volgens de een.
Een bevrijding volgens de ander.
Maar goed, daar was het mij allemaal niet om te doen.
Ik wilde gewoon eens naakt.
Naakt op een receptie.
En tegen schenen schoppen.
Zonder ze pijn te doen.