We gaan niet de straat op.
We kijken elkaar maar een beetje aan.
Zeggen ach en tja.
Wat doe je eraan?
Ze doen toch wel wat ze willen.
Ik ben teleurgesteld.
Diep teleurgesteld.
Want ik doe ook niks.
Ik doe geen moer.
Zelfs m’n lege potjes doperwten flikker ik in een vuilniszak.
Omdat ik te beroerd ben om naar de glasbak te lopen.
Ik eet vlees terwijl ik het eigenlijk zielig vind.
Ik vind het niet kunnen.
Die beesten met z’n allen in een hokkie.
Maar m’n biefstuk laat ik er niet voor staan.
Of Gaza.
Ik ben geloof ik één keer wezen demonstreren.
Daarna verwaterde ‘t.
En dan nu Trump.
Die klootzak.
Een soort oom waar je om kon lachen.
Maar hij bleek uiterst gevaarlijk.
Of dat moet nog blijken.
Maar ik denk dat.
Ik denk zoveel.
Mijn hoofd loopt er van over.
En ik doe geen moer.
Geen mallemoer!
Ik ben moe.
Of we zijn moe.
En daar moeten we ons voor schamen!