Ik deed mijn verhaal.
Nou en toen dit.
En toen dat.
Poeh hé.
Zei de behandelaar.
En die andere dame zei.
Een vrouw die erbij zat.
Ook een deskundige.
Zij zei, tjonge jonge.
Maar goed, zeiden ze.
Bijna tegelijkertijd.
En ze keken elkaar aan.
Een beetje vragend.
Wat nu?
Wat gaan we doen met deze cliënt?
Er werd wat gepeinsd.
Gefronst.
Ik zag hun wenkbrauwen bewegen.
Zelf nam ik een afwachtende houding aan.
Ik loste als het ware op.
Hoorde ze wel.
Zag ze ook.
Toch was ik er niet bij.
Op afstand misschien.
De helikopterview.
Ik zat op een bank.
Zij aan een tafel.
Had ik niet liever op een sofa willen liggen?
Een chaise longue?
Voor de mooiigheid had dat leuk geweest.
Voor ’t beeld an sich.
En ik landde weer.
Wij hadden gedacht dit.
Of dat kan ook, eventueel?
Ze zouden het nog in de groep gooien.
Erover nadenken.
We gaan niks overhaast doen, zeiden ze.
Nee, inderdaad.
Dat leek mij nou ook.