Jongen, wat kijk je treurig.
De buurvrouw in de bocht.
En ik voelde mij al niet zo geweldig.
Dus dit kon er ook nog wel even bij.
Ik had de hele dag niks gedaan.
Gehangen had ik.
Op de bank gelegen.
Zitten netflixen.
Mij met onzin beziggehouden.
Niet wetend wat ik met mijzelf aan moest.
Die dagen heb je.
Ik wel althans.
Uiteindelijk besloot ik maar boodschappen te doen.
Een mens moet toch eten.
In de supermarkt werd het er niet beter op.
Mijn gemoed.
Er viel weinig vrolijkheid te bespeuren.
Hoe ik ook mijn best deed.
Ik zag niemand lachen.
Ik kocht een pak melk.
En drie van die bakjes voor vijf euro.
Waar dan wat gezonds in zat.
Of wat daar voor door moest gaan.
Veel te duur.
Maar geen zin om het zelf te maken.
De consumptiemaatschappij.
Hap slik en weg was het.
Toen de volgende aflevering begon.
Van de zoveelste serie.
Die ik volgens velen moest gaan kijken.
Die moest je echt gezien hebben.
En ondertussen dacht ik na over de buurvrouw.
Wat ze had gezegd.
Ze kon weleens gelijk hebben.