Gegiechel.
Ik kan er niet tegen.
Als er gegiecheld wordt.
Moet dat nou?
Dat gegiechel.
Kan je niet lekker een endje verderop gaan staan giechelen.
In ieder geval niet in mijn buurt.
Zeker nu niet.
Ik ben niet in de stemming.
En vraag maar niet waarom.
Dus hou alsjeblieft op met giechelen.
Dat gegiechel van jullie altijd.
Kan dat nou nooit eens ophouden?
Ik wil gewoon rust.
En geen gegiechel!
Snap je dat dan niet?
Moet ik dat dan nog gaan lopen uitleggen ook?
Is er een reden toe dan?
Om te giechelen.
Er wordt mijns inziens veel te veel gegiecheld.
En nou beginnen jullie natuurlijk ook al?
Of jij.
Jij die dit leest.
Of hoort.
Zit jij nou ook al te giechelen?
Wat is hier leuk aan dan?
Er valt toch zeker niks te giechelen.
Ik kan wel janken.
En jullie maar giechelen.
Zonder schroom lachen jullie mij uit.
Ik geef mijn ziel en zaligheid bloot.
En maar giechelen!
Lig je al in een deuk?
Nou, ik kan je wel vertellen.
Ik kan er niet om lachen.
Dat gegiechel.
Dalijk val je nog van je stoel.
En zak ik in elkaar.
We lachen ons dood.
Want we zijn met stomheid geslagen.