Ik heb de gordijnen gesloten.
Zo hou ik de zon buiten.
En blijft het binnen koel.
Althans, dat is de bedoeling.
Echt werken doet het niet.
Ik plak aan alle kanten.
Wat zal ik eens gaan doen vandaag.
Naar een stad?
En daar dan zeker weer met mijn ziel onder mijn armen gaan lopen.
Nee, geen zin.
Zal ik gaan zwemmen dan?
Het zal mij goed doen.
Hup, eropuit!
Ik hoor het een stemmetje in mij zeggen.
Hij, die het altijd beter weet.
De betweter in mij.
Nou moet ik zeggen.
Hij heeft wel vaak gelijk.
Ik vind het soms lastig om dat toe te geven.
Maar goed, hij kent mij ook.
Als geen ander.
Hij weet, dat wanneer ik thuisblijf.
De dag voorbijvliegt.
En wat ik dan gedaan heb?
Nou, zeg jij het maar.
Niet veel.
Een wasje misschien.
Wat voor de tv gehangen.
Een poging om verder te gaan in dat boek.
Hoewel, niet eens, denk ik.
Dan zie ik dat boek wel liggen.
Maar dan word ik al moe als ik er alleen al aan denk.
Dus tja.
Wat staat mij te doen.
Ik merk aan alles dat ik niet wil.
Mijn lichaam verzet zich.
Het is liever lui dan moe.
De geest moet hem zien te overreden.
Wie is het sterkst vandaag?
Ik wil wel.
Nou hij nog.